In Wallonië en Brussel aanvaarden de tandartsen in het algemeen het tariefakkoord dat hun beroepsorganisaties en de ziekenfondsen hadden afgesloten. Vlaamse tandartsen staan dan weer erg kritisch tegenover het akkoord. In heel wat arrondissementen zal het tariefakkoord zelfs niet worden uitgevoerd. Drempel 60 procent Eind vorig jaar sloten de beroepsfederaties en de mutualiteiten een 'Nationaal Akkoord Tandheelkundigen-Ziekenfondsen' (NATZ) voor de jaren 2024 en 2025. Dat werd op 6 maart voorgelegd aan de tandheelkundigen. Tandartsen die zich later akkoord verklaren met…
Niet ingelogd - Plus artikel - log in of neem een gratis maandabonnement
Uw Abonnement is (bijna) verlopen
Uw (proef)abonnement is verlopen (of uw browser weet nog niet van de vernieuwing)
In Wallonië en Brussel aanvaarden de tandartsen in het algemeen het tariefakkoord dat hun beroepsorganisaties en de ziekenfondsen hadden afgesloten. Vlaamse tandartsen staan dan weer erg kritisch tegenover het akkoord. In heel wat arrondissementen zal het tariefakkoord zelfs niet worden uitgevoerd.
Drempel 60 procent
Eind vorig jaar sloten de beroepsfederaties en de mutualiteiten een ‘Nationaal Akkoord Tandheelkundigen-Ziekenfondsen’ (NATZ) voor de jaren 2024 en 2025. Dat werd op 6 maart voorgelegd aan de tandheelkundigen. Tandartsen die zich later akkoord verklaren met de overeenkomst, houden zich aan de daarin afgesproken tarieven en in ruil daarvoor krijgen ze bepaalde voordelen, zoals een vervangingsinkomen bij invaliditeit of een pensioen. Om de conventie geldig te verklaren moet normaal gezien minstens 60 procent van de tandartsen akkoord gaan.
Omdat maar 43 procent van de tandartsen de conventie van december 2023 goedkeurde, zou de NATZ in principe niet geldig zijn. Zoals gezegd zijn er grote regionale verschillen. Liefst 51 procent van de Vlaamse tandartsen heeft het akkoord verworpen in maart. In Brussel (37 procent) en Wallonië (32 procent) is de afwijzing heel wat minder uitgesproken.
Drempelverlaging
Onder impuls van minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit) dienden de meerderheidspartijen daarop een wetsvoorstel in, dat de drempel verlaagde van 60 naar 55 procent. Maar in heel wat Vlaamse streken is er nog altijd geen sprake van een akkoord. De wet bepaalt immers dat in arrondissementen met een afwijzingspercentage van meer dan de helft, het akkoord niet geldt.
Het gaat meer bepaald om Antwerpen (58 procent), Mechelen (67 procent), Turnhout (58 procent), Roeselare (63 procent), Veurne (52 procent), Dendermonde (58 procent), Eeklo (52 procent), Gent (51 procent), Sint-Niklaas (61 procent). Slechts in één Waals arrondissement verwerpt de meerderheid van de tandartsen het akkoord: Neufchâteau (51 procent).
Frieda Gijbels, federaal kamerlid van N-VA en tandarts: ‘De reden voor de grote regionale verschillen is onduidelijk. Het kan zijn dat de praktijkvoering in Wallonië op een andere manier wordt opgevat. Misschien is er minder hulppersoneel. Een andere oorzaak kan ook de uitbouw zijn van meer ketenpraktijken in Vlaanderen (Dentius en Benedenti, bijvoorbeeld – nvdr). Die werken doorgaans niet als geconventioneerde tandarts. Frank Vandenbroucke heeft ooit beloofd dat hij de regionale verschillen zou onderzoeken, maar dat is nog niet gebeurd.’
Vooral specialisten
Ze vermoedt dat vooral parodontologen (gespecialiseerd in het steunweefsel van het gebit) of orthodontisten (die de tandstand corrigeren) de tariefovereenkomst hebben geweigerd. Gijbels, zelf parodontoloog: ‘De tarieven zijn gewoonweg niet aangepast aan hedendaagse behandeltechnieken. Dat maakt het vooral voor gespecialiseerde tandartsen moeilijk of zelfs onmogelijk om aan conventietarieven te kunnen werken.’
Recent werd de gespecialiseerde tandartsen verboden om supplementen te vragen aan patiënten met een verhoogde tegemoetkoming, omdat ze bijvoorbeeld een leefloon hebben. Gijbels: ‘Deze maatregel klinkt sociaal, maar is dat allesbehalve. Je kan tandartsen immers niet dwingen om bepaalde tarieven te hanteren.’
In regio’s waar veel mensen wonen met een verhoogde tegemoetkoming dreigen grote groepen zonder gespecialiseerde zorg te vallen.
De gespecialiseerde tandartsen kunnen die patiënten namelijk weigeren, omdat ze met de behandeling niet uit de kosten komen. Ze kunnen beslissen dat ze enkel patiënten behandelen, die wel in staat zijn de supplementen te betalen.
Twee snelheden
Gijbels: ‘Een te lage tarifering kan leiden tot een tandzorg met twee snelheden. In regio’s waar veel mensen wonen met een verhoogde tegemoetkoming, zoals aan de kust en in Brussel, dreigen grote groepen zonder gespecialiseerde zorg te vallen. Tandartsen vrezen dat hun praktijk zonder aangepaste tarieven niet meer rendabel zal zijn.’
Er is trouwens ook een probleem in de gewone tandzorg voor mensen met een beperking. Ook die hebben het moeilijk om zich te laten behandelen aan geconventioneerde tarieven. Gijbels: ‘Hun behandeling neemt soms vier keer meer tijd in beslag en is daarom aan de onderhandelde tarieven ook verlieslatend.’
Vandenbroucke trok in 2022 wel een extra budget uit, zodat voor die categorie patiënten een supplement kon worden aangerekend. ‘Maar de regels zijn te vaag en te weinig toegespitst’, meent Gijbels. ‘Het gevolg is dat het geld niet terecht zal komen waar het bedoeld is en dat mensen met een handicap of met een speciale behandelnood alsnog uit de boot zullen vallen.’